9 mei 2016

Extra ambtenaren voor Bronckhorst.

Met zo’n 2.500 interacties in nog geen anderhalf jaar tijd concludeert wethouder
Antoon Peppelman (PvdA) dat inwoners van Bronckhorst de sociale teams goed weten te vinden.

peppelman.weth.14 05 16

Om de service verder te verbeteren, neemt Bronckhorst alle medewerkers van  de sociale teams in dienst.
Sinds 2015 zijn er vijf sociale teams verspreid over de gemeente. Ieder team bestaat  uit vijf à zes mensen.

Sommige van hen werken nu nog voor instellingen als MEE  Oost-Gelderland en Sensire, maar voor het einde van dit jaar zijn ze allemaal  ambtenaren.

De gemeente Bronckhorst gaat (geleidelijk) tien medewerkers van de sociale teams in  dienst nemen. Een logisch gevolg van een goede start van de teams, vindt wethouder  Peppelman. “Het zal daardoor voor iedereen duidelijker worden. Alle medewerkers zijn  straks gelijkwaardig en kunnen de inwoners bedienen namens de gemeente. Dat is  handig, want wij zijn als gemeente verantwoordelijk voor de eerste klantcontacten.”

Andere voordelen: iedereen heeft één werkgever, werkt in één systeem en dat levert  ook een kleine besparing op. “Daarnaast hopen we dat de specialisten in het team de  generalisten naar een hoger niveau kunnen tillen”, stelt Peppelman. “Voor burgers is  dan ook helder dat de gemeente alles zelf doet. Van het beoordelen van indicaties en  uitkeringen tot de jeugdhulp.”

Peppelman is tevreden over de opkomst bij de sociale teams. Hij ziet ook  verschillen. Zo melden in Hoog-Keppel relatief veel mensen zich met vragen over de
Wmo, in Zelhem en Hengelo spelen meer zaken rondom de participatiewet.

“Men weet ons goed te vinden, hoewel niet alle vijf locaties ideaal zijn. Ik denk  dat de locatie echter niet zo’n grote rol speelt. Waar we wel aan moeten werken, is
het imago van de sociale teams. Je kunt er niet alleen terecht als je problemen  hebt, maar je kunt er ook gewoon om advies vragen. Bijvoorbeeld als je ouder wordt
en al voorziet dat je in de toekomst hulpmiddelen in huis nodig hebt. Het moet  laagdrempelig zijn om binnen te stappen.”

Om nog meer mensen te mogen verwelkomen, start de gemeente samen met twee huisartsen  een pilot: Welzijn op recept.

Peppelman: “Soms melden mensen zich met wat vage klachten bij de huisarts. Die ziet  geen medisch probleem maar merkt wel dat de persoon niet lekker in zijn of haar vel  zit. Dan kan die doorgestuurd worden naar de sociale teams. De welzijnsmedewerkers  hebben een groot netwerk en kunnen mogelijk een goede invulling vinden voor de  persoon in kwestie. Als mensen een leuke activiteit vinden, doen ze ook minder vaak  een beroep op de huisarts. Dat is bewezen. Het geeft de huisartsen wat meer lucht en  de kans op vereenzaming en depressies onder de inwoners is dan kleiner.”

DOOR KAY SCHOLTEN